Hoofdletsel, hersenletsel, PTSS, zenuwletsel en psychische klachten

Rechtbank Arnhem 2007, hersenletsel, 
smartengeld € 3.800,00

Betrokken loopt bij een ongeval een beenbreuk en een hersenschudding met een postcommotioneel syndroom op Daardoor ontwikkelt zich een aanpassingsstoornis. De rechtbank acht aannemelijk dat deze klachten bij aanvaarding van adequate behandeling niet van blijvende aard zullen te zijn. Ook acht zij niet aannemelijk dat de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid die zich als gevolg van ongevalgerelateerde klachten heeft gemanifesteerd, blijvend is.

Rechtbank Arnhem 2008, PTSS, 
smartengeld € 4.000,00

Vrachtwagenchauffeur, 38 jaar, maakt ongeval mee met dodelijke afloop voor twee inzittenden, van de personenauto die geen voorrang verleende. Loopt daardoor PTSS op. Kan daarna, ondanks behandeling, niet meer functioneren als vrachtwagenchauffeur.
Rechtbank acht bij de bepaling van het smartengeld van belang dat betrokkene vanwege de PTSS zijn werk als vrachtwagenchauffeur, dat zijn lust en leven was, heeft moeten opgeven. Uit de diverse rapporten blijkt verder dat de PTSS een grote negatieve invloed op zijn gemoedstoestand heeft gehad met alle gevolgen van dien op (onder meer) zijn privé-leven.

Rechtbank Amsterdam 2011, psychische decompensatie, smartengeld € 5.000,00

Man, 58 jaar, wordt van achteren aangereden met geen of minimale schade aan de auto als gevolg. Drie dagen ziekenhuisopname vanwege een hersenschudding. Reeds voor het ongeval verkeerde de man door diverse gebeurtenissen in een psychisch kwetsbare positie. Die toestand is na het ongeval verslechterd. De man kan niet meer werken en niet meer voor zichzelf zorgen. De rechtbank acht van belang dat de al bestaande problematiek reeds een zodanig marginale psychische toestand teweeg had gebracht dat de man ook door een relatief licht ongeval in vergaande mate psychisch kon decompenseren. Dat maakt de kans dat hij ook zonder ongeval in vergelijkbare omstandigheden zou zijn komen te verkeren groot. Dit alles brengt de rechtbank tot de slotsom dat hij aanspraak heeft op vergoeding van één derde deel van de schade. Smartengeld één derde deel van € 15.000,00.

Rechtbank Overijssel 2019, hersenletsel, 
smartengeld € 17.000,00

Man, 68 jaar oud, loopt bij een bedrijfsongeval hersenletsel op. Ziekenhuisopname van een week, daarna revalidatietraject. Veranderde door het letsel van een actieve en onafhankelijke man in een man die zonder hulp van derden weinig meer kon. Leed al aan de ziekte van Parkinson. Overleed na ruim twee jaar, niet als ongevalgevolg.

Rechtbank Amsterdam, 2012, postcommotioneel syndroom, smartengeld € 28.000,00

Man, 36 jaar, als fietser aangereden heeft klachten opgelopen die hem belemmeren in zijn functioneren (postcommotioneel syndroom). Hij heeft onder meer hoofdpijnklachten, concentratiestoornissen, last van vermoeidheid en coördinatie- en balansproblemen. Hij heeft niet alleen zijn werk moeten opgeven maar ondervindt ook bij zijn dagelijkse bezigheden klachten en beperkingen. De rechtbank houdt er bij de toekenning van smartengeld rekening mee dat de klachten hun weerslag hebben gehad op zijn sociale en familiaire leven.

Rechtbank Zwolle 2004, hersenletsel, 
smartengeld € 30.000,00

Jongen, 16 jaar, fietsend aangereden. Hij heeft daarbij een diffuus hersenletsel een miltruptuur, mogelijk een longcontusie, hartcontusie en een tibiaal fractuur links opgelopen. Door het ongeval is blijvend letsel ontstaan bij betrokkene, waardoor hij blijvend in zijn ontplooiingsmogelijkheden beperkt is. Zo is hij, vanwege de vastgestelde cognitieve- en karakterstoornissen niet in staat om loonvormende arbeid te verrichten, kan hij niet zelfstandig wonen en is hij beperkt in zijn mogelijkheden om een relatie aan te gaan en een gezin te stichten. Bovendien heeft hij last van recidiverend eczeem en jeuk.

Rechtbank Den Haag 2019, hersenletsel, 
smartengeld € 30.000,00

Vrouw komt na een duw ten val. Ze is met een schedelbasisfractuur en bloedingen in en onder het hersenvlies in het ziekenhuis opgenomen, waar zij na een schedellichting acht dagen in een kunstmatig coma is gehouden. Zij is enkele weken in het ziekenhuis opgenomen geweest en aansluitend heeft zij zes weken gerevalideerd in een kliniek alvorens zij naar huis kon. Daarna volgde een intensief ambulant revalidatietraject van een aantal maanden en begeleiding van fysiotherapeut en logopedist. Ze is haar geur- en smaakvermogen grotendeels verloren. Ze kampt met chronische hoofdpijnklachten, waardoor zij soms ook uitvalsverschijnselen heeft, met PTSS en cognitieve beperkingen, waarvoor zij nog altijd een intensieve behandeling ondergaat. Waar zij voorheen een actieve en zelfstandige vrouw was is zij na het ongeval vaak aangewezen op hulp van anderen en zijn veel dagelijkse dingen, zoals boodschappen doen of bezoek ontvangen van haar kleinkinderen, haar snel te veel. Haar levensvreugde heeft hierdoor een aanzienlijke knauw gekregen.

Rechtbank Gelderland 2014, hersenletsel, smartengeld € 32.000,00

Man, 22 jaar oud, heeft bij een ongeval een schedelbasisfractuur en een hersenkneuzing opgelopen. En verder breuken in onder andere het neusbot, de oogkassen, jukbeenderen en onderkaak, een wond in zijn rechter bovenbeen, en een beschadiging aan de nekwervels. Ook heeft hij acht tanden en veel bloed verloren. 29 dagen ziekenhuisopname. Na verschillende medische behandelingen gedurende meerdere jaren, waaronder operaties en revalidatie, resteren met name klachten op cognitief gebied, geheugenproblemen en concentratie- en aandachtsstoornissen. Daarnaast ervaart de man fysieke klachten. Hij heeft soms last van rug- en nekklachten en hoofdpijn. Reuk en zicht zijn aangetast en zijn kaakgewricht springt regelmatig ‘op slot’. De man heeft zijn opleiding tot journalist na het ongeval nog afgerond. Een betaalde baan (als journalist) is er niet van gekomen, ondanks grote inspanningen daartoe, onder andere in het kader van twee re-integratietrajecten. De man ontvangt een WAO-uitkering op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid

Hof Arnhem - Leeuwarden 2014, hersenletsel, 
smartengeld € 67.155,00

Medische fout bij vrouw van 79 jaar met als gevolg stoornissen op het gebied van mentale functies (emotionele labiliteit, verminderde flexibiliteit en frustratietolerantie), zintuigelijke functies (woordvindingsproblemen en uitval gezichtsveld door hersenbeschadiging), lichamelijke functies (hemiparese rechts en een complex van ernstig neuropsychologische functiestoornissen) en op het gebied van cognitieve functies (onder meer onvermogen tot het initiëren en uitvoeren van handelingen, het niet herkennen van voorwerpen, geheugenproblemen, geen ziektebesef, geen besef van de ruimte rechts en de rechter lichaamshelft). Er is sprake van 73% blijvende invaliditeit van de gehele persoon.

Hof Den Haag, 2011, letsel strottenhoofd,
smartengeld € 85.000,00

Ongeval waarbij een slagboom zich door de voorruit van een auto boort en het strottenhoofd van 37 jarige man raakt. Ernstig letsel aan het strottenhoofd (waarbij ook het schildklierkraakbeen is gebroken) met als gevolg wildgroei van littekenweefsel in de luchtpijp. Het ontstane littekenweefsel zorgde voor enorme benauwdheid en leidde tot moeite met spreken, slikken en hoesten en angst om te stikken. Uiteindelijk is er een deel van de luchtpijp verwijderd en is meer dan eens een stent (metalen buisje) in de luchtpijp geplaatst. Deze stent zorgde voor de nodige beperkingen zoals benauwdheid als gevolg van verschuivingen van die stent en wederom wildgroei van littekenweefsel. De man is veel in het ziekenhuis opgenomen geweest waaronder op de “intensive care”. Er hebben in totaal acht operaties plaats gevonden in drie jaar tijd, bij de laatste operatie is de man als gevolg van complicaties op de jonge leeftijd van 40 jaar overleden.

Rechtbank Arnhem 2006, hersenletsel, 
smartengeld € 85.000,00

Jongen van 10 jaar door auto geschept. Tweeënhalve maand ziekenhuis, aantal weken in coma. Tijdens zijn ziekenhuisopname heeft hij te maken gehad met nierfunctiestoornissen, dialyses, twee maal een klaplong, allergische reacties op medicatie, sepsis, een septische shock, decubituswonden op zijn hoofd, enkele bij zijn bewustzijn uitgevoerde intubatiepogingen en de plaatsing van een tracheostoma. Hij is ongeveer zes maanden halfzijdig verlamd en rolstoelafhankelijk geweest. De revalidatie was moeizaam, pijnlijk en langdurig.

De ongevalsgevolgen zijn volgens de deskundigen als volgt samen te vatten: zeer ernstige cognitieve stoornissen (o.a. ernstige geheugenstoornissen, persevereren, traagheid van informatieverwerking), loopstoornissen, gevoelsstoornissen in de rechter lichaamshelft en een zeer beperkte stemomvang. Er zijn ernstige beperkingen voor loonvormende arbeid aanwezig. Op neurologisch gebied is sprake van een functionele invaliditeit van 45%. Er zijn communicatiebeperkingen in lawaaiige omgevingen en beperkingen bij zingen. Lesgeven is onmogelijk, evenals beroepen waarbij spreken in een lawaaiige omgeving of voor grote groepen voorkomen. De functionele invaliditeit voor de stemproblemen bedraagt 18% van de gehele persoon.

De jongen is van zijn oude sociale leven afgesneden geraakt, kon niet meer naar een normale school en verloor zijn vrienden. Door zijn hese stem is hij ernstig belemmerd in zijn communicatiemogelijkheden. Relatief groot intellectueel verval. Bevindt zich in een sociaal isolement, heeft negatief zelfbeeld en ziet verminderde huwelijkskansen. Lijdt onder kale plekken op voor- en achterhoofd, ontstaan door de medische behandeling.

Rechtbank Maastricht 2010, hersenletsel, 
smartengeld € 100.000,00

Als gevolg van blootstelling aan giftige stoffen is een hersenbeschadiging opgetreden waardoor ondermeer loopproblemen/spastische loop en een spraakgebrek zijn ontstaan. De werknemer was 30 jaar toen hij uitviel. Beoordeeld als uitzonderlijk zwaar letsel.

Rechtbank Utrecht 2013, hersenletsel,
comateus, smartengeld € 100.000,00

Aanrijding waarbij 16-jarige jongen in coma geraakt. Betrokkene verkeert in een zodanig comateuze toestand dat sprake is van minimaal bewustzijn. Voor de vaststelling van smartengeld is de vraag of en op welke wijze de benadeelde de schadevergoeding besteedt of zal besteden niet relevant evenmin als de mate waarin deze vreugde beleeft aan de schadevergoeding. Het maken van een onderscheid tussen slachtoffers die zich van het verlies (volledig) bewust zijn, en slachtoffers bij wie dat niet het geval is, in strijd met de menselijke waardigheid die voor ieder mens gelijkelijk geldt en in strijd met het in het Nederlandse recht algemeen geldende gelijkheidsbeginsel.