Smartengeld bij meervoudig letsel

Rechtbank Zeeland - West Brabant, smartengeld € 13.500,00

Man loopt bij motorongeval letsel op; twee gebroken ribben, een gescheurde milt welke is verwijderd, brandwonden op de linkerarm en brandwonden op beide hielen.

Rechtbank Midden Nederland 2018, smartengeld € 20.000,00

Vrouw, 27 jaar, ernstig auto-ongeval waarbij zij anderhalf uur beklemd heeft gezeten. Het letsel bestond uit een ribfractuur, een fractuur van het borstbeen, een polsfractuur, een scheuring van het ooglid en een verwonding in het gezicht. Vanwege het polsletsel is de vrouw meerdere keren geopereerd en ondervindt zij blijvend beperkingen. Verder is zij als gevolg van de door het fysieke letsel veroorzaakte pijn, waardoor zij niet meer kon werken, in een negatieve spiraal beland hetgeen heeft geresulteerd in een pijnsyndroom. Daardoor ervaart zij nog altijd beperkingen in haar dagelijkse leven.

Rechtbank Midden Nederland 2019, smartengeld € 25.000,00

Man, 58 jaar, raakt bedolven onder grote pakketten staal/ijzer, zat klem met hoofd en benen en moest door de brandweer moeten worden bevrijd. Naast ernstig aangezichtsletsel en gebitsletsel was sprake van een stabiele C7 fractuur, een onderbeenfractuur rechts en zenuwletsel van het linkerbeen. Er ontstaat forse schade aan het gebit waarvoor implantaten en onderprotheses. Het aangezichtsletsel is met goed resultaat behandeld. Na het ongeval ontstonden stemmingsklachten en trauma gerelateerde klachten (PTSS). Op medische gronden worden lichte beperkingen vastgesteld bij ‘staan, lopen, trappen lopen, klimmen of klauteren’. Een matige beperking wordt vastgesteld bij ‘knielen, kruipen of hurken’. De rechtbank ziet geen aanleiding een hoger bedrag aan smartengeld te bepalen dan het door de verzekeraar betaalde bedrag van € 25.000.

Gerechtshof Arnhem 2009,
smartengeld € 40.000,00

Man, 43 jaar, motorongeval. Hij heeft bij het ongeval onder andere een hersenschudding, een gescheurde lever en milt, een sleutelbeenfractuur links, een opperarmbeenfractuur links, een shocklong, een aandoening aan een aantal zenuwen met als gevolg gevoelsstoornissen en pijn, botvorming bij gewrichten, en uitval van diverse zenuwen aan arm en been opgelopen. Hij heeft na het ongeval 5 maanden in het ziekenhuis en aansluitend in een revalidatiecentrum verbleven. Hij heeft verscheidene operaties moeten ondergaan, die eveneens gepaard gingen met ziekenhuisopnames. Hij heeft een langdurige revalidatie doorgemaakt. Hij heeft moeite met de acceptatie van de blijvende gevolgen van het ongeval. De mate van invaliditeit als gevolg van het ongeval is op 55-58% van de gehele mens te stellen. Voorafgaand aan het ongeval was hij sinds enkele jaren 80-100% arbeidsongeschikt in de zin van de WAO. Er wordt rekening gehouden met het feit dat het ongeval zijn wens heeft doorkruist om uit de WAO te geraken en in de toekomst als zelfstandige zonder personeel aan de slag te gaan. Vast staat dat hij als gevolg van het ongeval verlies wegens zelfwerkzaamheid heeft. Voor het ongeval was hij, mede gezien zijn beroep als timmerman, in staat allerlei werkzaamheden in en om het huis zelf te verrichten. Door het ongeval is hij daarin ernstig beperkt. Verder herstel van zijn klachten en beperkingen als gevolg van het ongeval is niet te verwachten.

Rechtbank Midden Nederland 2016, smartengeld € 45.000,00

Actieve en sportieve vrouw, 75 jaar oud, als fietser aangereden. Door het ongeval heeft zij een fractuur van de rechter pols, een fractuur van de rechter bovenarm, een drievoudige fractuur van de linker enkel, een fractuur van de knie en verder meerdere diepe snijwonden en verwondingen aan het gezicht en gebitschade opgelopen. Ze heeft na het ongeval geruime tijd in levensgevaar verkeerd. De periode van intensieve revalidatie heeft twee jaar geduurd. De vrouw ervaart nog dagelijks pijn, waaronder zenuwpijn. Zij gebruikt dagelijks (pijnstillende) medicatie. Ook is zij nog steeds onder behandeling van een fysiotherapeut en doet zij dagelijks oefeningen. Het letsel levert ook beperkingen op voor haar dagelijks functioneren. Het percentage functionele invaliditeit is vastgesteld op 16%. De leeftijd is niet van invloed op het smartengeld.

Rechtbank Den Haag 2020,
smartengeld € 80.000,00

Man, 49 jaar oud, komt als fietser in aanrijding met een tram. Hij heeft hierdoor ernstig letsel opgelopen, waaronder fracturen van de schedel, het bekken, ribfracturen links en rechts, een fractuur van het rechtersleutelbeen en in het gezicht, alsmede een bloeding onder het hersenvlies, een kneuzing van de hersenen en een klaplong. Hij heeft ruim twee weken in coma gelegen. Hij heeft langdurig moeten revalideren. Hij heeft als gevolg van het ongeval te kampen met blijvende klachten en beperkingen, waaronder cognitieve beperkingen als gevolg van hersenletsel, orthopedische beperkingen aan onder meer heup, knie, linkerarm en rug, verlies van geur, smaak en seksuele beleving en hij heeft slaapproblemen.

Rechtbank Utrecht 2012,
smartengeld € 100.000     

Man heeft bij auto-ongeval zijn rechter schouderblad en een rib gebroken. Een oor is afgescheurd. Hij had een ingeklapte long en een longperforatie. Daarnaast heeft hij als gevolg van het ongeval hersenletsel opgelopen ten gevolge waarvan hij rechtszijdig verlamd is geraakt, aanvankelijk volledig. Later heeft hij weer beperkte mate van controle over de rechter ledematen gekregen. Als gevolg van het hersenletsel was zijn spraak beperkt en waren zijn cognitieve functies verstoord. 

Enkele maanden ziekenhuis, waarna anderhalf jaar opname in een Revalidatiecentrum. Daarna afhankelijk van verpleging thuis of in instellingen.

De rechtbank noemt het feit dat de man de eerste maanden na het ongeval rolstoelgebonden was, geen controle had over zijn ontlasting van urine of faeces, niet of nauwelijks controle had over zijn rechter ledematen, met zijn linkerarm spastische bewegingen maakte, onverstaanbaar sprak, informatie slechts langzaam verwerkte en onaangepast, soms ook agressief gedrag vertoonde en zodoende daardoor nagenoeg volledig afhankelijk geworden was van derden. Ondanks dat dit in de jaren na het ongeval enigszins is verbeterd, was ook in de periode daarna sprake van zeer ernstige beperkingen. Vanwege met name zijn geestelijke beperkingen was het voor de man noodzakelijk om binnen een gestructureerde en voorspelbare omgeving te blijven, waardoor zijn actieradius beperkt bleef, ondanks dat hij redelijk zelfstandig was met de rolstoel. De man heeft als gevolg van zijn beperkingen aan de dagen slechts invulling kunnen geven door televisie kijken, muziek luisteren, internetten en roken. Hij was met andere woorden niet in staat tot werken, sporten, recreëren, het uitoefenen van een hobby, het zich zelfstandig buiten zijn woning begeven (anders dan de ingestudeerde route van en naar de buurtwinkel) of het aangaan van sociale relaties. Hij besefte dit alles bovendien ten volle.